Werknemer en werkgever gaan uit elkaar. Er loopt een mediationtraject. In dat kader eist de werknemer op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een kopie van zijn complete personeelsdossier. De werkgever weigert omdat de werknemer deze stukken al heeft dan wel er mee bekend is. Hoe loopt dit af?
De rechtbank wijst op het transparantiebeginsel in de AVG: iedereen moet in de gelegenheid zijn om de persoonsgegevens die over hem zijn verzameld, in te zien, en om dat recht eenvoudig en met redelijke tussenpozen uit te oefenen, zodat hij zich van de verwerking op de hoogte kan stellen en de rechtmatigheid daarvan kan controleren. Betrokkenen hebben dan ook het recht op inzage en op een kopie van de persoonsgegevens zonder daaraan andere beperkingen te verbinden dan de rechten en vrijheden van anderen. De informatie moet in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek worden verstrekt.
De wet noemt enkele bijzondere uitzonderingen op het voorgaande. Dat een werknemer al over de stukken beschikt of er bekend mee zou moeten zijn, vormt echter geen wettelijke uitzondering. Hij mag dus ook om een kopie vragen van stukken die al eens eerder zijn verstrekt.
De rechtbank beslist dat de werkgever binnen drie werkdagen na het vonnis een kopie van alle stukken waarin persoonsgegevens van de werknemer zijn verwerkt aan de werknemer moet overhandigen. Gebeurt dit niet dan volgt een dwangsom van € 500 euro per dag dat de werkgever hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000.
Let op: Op basis van de AVG dient u als werkgever dus het volledige personeelsdossier aan de werknemer ter beschikking te stellen. En dat binnen een maand na een verzoek daartoe. Dat u dat al eerder hebt gedaan, is geen argument om niet aan een volgend verzoek gehoor te geven.