Een aannemersbedrijf maakt gebruik van de eindheffing doorlopend afwisselend gebruik, op jaarbasis een vast bedrag van € 300 per bestelauto. Een praktische regeling, omdat het ondoenlijk is de regeling voor privégebruik individueel, per medewerker die de bestelauto gebruikt, toe te passen. Bij een controle door de Belastingdienst gaat het mis.
Hoe worden de bestelauto’s in de praktijk gebruikt?
Van elke bestelauto maken steeds twee mensen gebruik. Ze bezoeken 6 tot 15 klusadressen per dag. Zij gaan met de auto naar de klus en soms wordt gevraagd om mee te helpen bij een andere klus. Degene van het koppel die de bestelauto naar het klusadres rijdt en weer terug of naar een andere klus kan wisselen per rit en per dag. De werkgever verricht klussen die soms meerdere dagen, soms een dag of soms een dagdeel duren. Afgesproken is dat in beginsel degene die het verst weg woont van het klusadres de bestelauto ‘s avonds mee naar huis neemt en de volgende dag de ander ophaalt. Soms rijdt een andere werknemer in plaats van een van de werknemers van het vaste koppel mee. Bij vakantie van een van de twee rijdt in beginsel de andere werknemer in de auto al dan niet samen met een collega. Er is geen kilometeradministratie bijgehouden voor de bestelauto’s.
Naheffingsaanslag wegens bijtelling privégebruik
De Belastingdienst legt ten aanzien van de bestelauto’s naheffingsaanslagen op met bijtellingen privégebruik auto. Waarom? De Belastingdienst stelt dat hier sprake is van een door de werkgever makkelijk vast te stellen volgtijdelijk gebruik gedurende een bepaalde periode door één werknemer en daarna door een andere werknemer van dezelfde auto. Dan geldt de regeling eindheffing afwisselend gebruik niet. Bovendien kunnen de bestelauto’s in privé voor meer dan 500 kilometer worden gebruikt, past de werkgever op het privégebruik geen controle toe, blijven de bestelauto’s ’s avonds niet op het bedrijfsterrein van de werkgever staan, zodat de auto’s dus ongelimiteerd in privé kunnen worden gebruikt.
Oordeel rechter
De twee vaste werknemers bepalen onderling wie de bestelauto mee naar huis neemt. Meestal is dat de persoon die het verste weg woont van de opdracht die op dat moment wordt uitgevoerd en de ander ophaalt en thuisbrengt. De Belastingdienst heeft aangevoerd dat de werkgever gemakkelijk kan vaststellen wie de bestelauto ’s avonds mee naar huis neemt. Dit berust op de aanname dat alleen privéritten plaats zullen vinden door degene die de bestelbus mee naar huis neemt. Deze aanname is onjuist; een werknemer kan onderling met de ander afspraken maken over het gebruik van de auto en de privéritten.
De regeling is juist bedoeld als praktische regeling voor situaties waarin de bestelauto’s in privé voor meer dan 500 kilometer kunnen worden gebruikt, de werkgever op het privégebruik geen controle toepast, dat de bestelauto’s ’s avonds niet op het bedrijfsterrein van de werkgever blijven staan en dat de auto’s dus ongelimiteerd in privé zouden kunnen worden gebruikt. Daarom vervalt de correctie door de Belastingdienst.
Tip: De Belastingdienst komt na een controle soms met onverwachte standpunten over de toepassing van de regelgeving in uw bedrijf. Als uw adviseur kunnen we met onze kennis van de fiscale regelgeving de Belastingdienst vaak op andere gedachten brengen. Een gang naar de rechter proberen we te voorkomen, maar helaas lukt dat niet altijd.