Een vrachtwagenchauffeur zegt zijn arbeidsovereenkomst per direct op. Als reden geeft hij zelfbescherming tegen de stress die na twee ongevallen bij het lossen is ontstaan. Vijf dagen later stuurt zijn advocaat een brief met extra argumenten: gevaarlijke werkomstandigheden, intimidatie en een herhaaldelijk te laag of te laat betaald salaris. Hij eist via de rechter achterstallig loon en een gefixeerde schadevergoeding van bijna € 5.200.
Als een werkgever door opzet of schuld aan de werknemer een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, is deze aan de werknemer een vergoeding verschuldigd indien de werknemer van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Zo bepaalt de wet. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer in zo’n geval de dringende reden, net als bij ontslag op staande voet door de werkgever, onverwijld moet mededelen. In dit geval wijkt de brief van de advocaat af van de redenen in de mail van de chauffeur. De redenen in de mail zijn bovendien niet aangetoond, en evenmin dat hierbij sprake is van opzet of grove schuld van de werkgever. Daarom wijst de rechter het verzoek om een gefixeerde schadevergoeding af. De chauffeur heeft de arbeidsovereenkomst ten onrechte per direct opgezegd. Op basis van de wet heeft de werkgever dan recht op een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. Zover komt het in dit geval echter niet.
Let op: Een werknemer kan zich gedwongen voelen ontslag op staande voet te nemen. Daarvoor is een dringende reden nodig, die hij onverwijld moet mededelen. Hij kan dan soms ook schadevergoeding eisen. Maar blijkt het ontslag achteraf onrechtmatig, dan kan de werkgever schadevergoeding eisen.